Het mediaal Tibiaal Stresssyndroom (MTSS), ook wel shint splint of scheenbeenvliesontsteking genoemd, is een stressreactie van je botweefsel die ontstaat door overmatige trekkrachten van de spieren aan de binnenzijde van het scheenbeen. De bijbehorende klachten ontstaan vaak heel geleidelijk: aan het begin van de blessure treedt de pijn op tijdens het hardlopen en verdwijnt deze zodra je weer wandelt. In een latere fase kan de pijn al tijdens de warming-up of een wandeling optreden.
Hoe ontstaan scheenbeenklachten?
Met name onervaren hardlopers hebben een vergroot risico op scheenbeenklachten door bijvoorbeeld een te snelle opbouw of een verkeerd looppatroon. Zo veroorzaakt overpronatie (het naar binnen zakken van de voet) een vergrote trekkracht op het scheenbeen. Vrouwen hebben een groter risico op scheenbeenklachten dan mannen.
Andere factoren die kunnen leiden tot pijnklachten in het scheenbeen zijn:
- een overmatige beweeglijkheid in de heup- en het enkelgewricht;
- zwakte of hypertonie van de onderbeenspieren;
- overbelasting door onvoldoende variatie in duur, intensiteit en ondergrond van de training. Als je bijvoorbeeld altijd aan dezelfde kant van de weg loopt, kan dit scheenbeenpijn veroorzaken;
- te snelle opbouw: werk met een verantwoord trainingsschema en neem voldoende rust tijdens en na je training;
- verkeerd schoeisel: door te trainen op schoenen die niet passen bij jouw type voet, trainingsbelasting of ondergrond, wordt de trekkracht op het scheenbeen onevenredig vergroot;
- onvoldoende stabiliteit en kracht in benen en romp;
- overgewicht.
Door bewust – en onder begeleiding van een sportfysiotherapeut of sportarts – op deze factoren in te spelen, kun je scheenbeenklachten voorkomen of verminderen.
Toch scheenbeenklachten, wat nu?
Met alleen rust houden los je het probleem niet op. Zodra je weer gaat hardlopen keert de pijn net zo hard weer terug, omdat de kern van je klachten niet is weggenomen. Laat dus altijd goed onderzoeken wat de oorzaak is van je blessure. De fysiotherapeut of sportarts stelt de diagnose vast via je verhaal. Komen hierin herkenbare pijnklachten naar voren, gecombineerd met drukpijn aan de binnenzijde van je scheenbeen, dan is er waarschijnlijk sprake van een mediaal tibiaal stress syndroom.
Afhankelijk van de risicofactoren die gevonden worden, bestaat de behandeling uit:
- het aanmeten van ondersteunende zolen/inlays (via de podotherapeut) om de stand van je voeten en je looppatroon te verbeteren. In de meeste gevallen wordt hierdoor overpronatie tegengegaan;
- dry needling en massage van de kuit- en scheenbeenspieren;
- gewrichtsmobilisaties: losmaken van de gewrichten in voet/enkel, knie, heup en/of lage rug;
- sport specifiek advies met betrekking tot de opbouw van de hardloopbelasting en oefentherapie om de spieren te versterken.
Zelf aan de slag bij een scheenbeenblessure?
Naast behandeling door een professional kun je zelf:
- je kuitspieren rekken en/of foamrollen;
- kracht- en stabiliteitstraining doen voor de onderlichaam- en corespieren. Met name de kuit- en bilspieren en de spieren aan de zijkant van het bovenbeen zijn belangrijk om goed te trainen;
- variatie aanbrengen in duur, intensiteit en ondergrond van je training. Dit doe je bijvoorbeeld door duur- en intervaltrainingen af te wisselen. Verder is het raadzaam de afstanden van je duurlopen te verkleinen en voldoende rust te nemen tussen je trainingen.
Tot slot: laat je looppatroon beoordelen door een expert (looptrainer of sportfysiotherapeut). Naast tips over je looptechniek krijg je inzicht of je de juiste schoenen draagt bij jouw looppatroon en voettype. Ook is het goed mogelijk dat podotherapeutische inlays (zooltjes) van meerwaarde zijn om vervelende pijnklachten te voorkomen of minimaliseren.
Vraag bij scheenbeenklachten altijd om advies van een professional: een relatief kleine tijdsinvestering levert je pijnvermindering en veel loopplezier op!